| English Nederlands
GENEZINGMEDICIJNENPREVENTIEALGEMEEN

Hiv is nog niet voor iedereen te genezen,
maar dagelijks wordt er hard gewerkt aan een oplossing

Hiv-onderzoek

Er bestaan verschillende vormen van onderzoek, elk met eigen aanpak en doel.

Biomedisch onderzoek gebeurt voornamelijk in een laboratorium op cel- en DNA-niveau. 

Klinisch onderzoek gebeurt met mensen met hiv in het ziekenhuis met een arts-onderzoeker. Het onderzoek gaat over hoe het lichaam van mensen met hiv reageert op behandelingen en/of ingrepen.

Sociaalwetenschappelijk onderzoek gebruikt interviews en vragenlijsten om inzicht te krijgen in de ervaringen, behoeften en verwachtingen van mensen met hiv. Bijvoorbeeld over hoe mensen de zoektocht naar hiv-genezing beleven en welke impact nieuwe behandelmethoden kunnen hebben op hun dagelijks leven.
 
In Nederland wordt biomedisch en klinisch onderzoek naar hiv-genezing gedaan op vier universitaire medische centra: het Radboud MC in Nijmegen, het Erasmus MC in Rotterdam, het UMC in Utrecht en het AUMC in Amsterdam. Daarnaast wordt er ook sociaal wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd door de universiteiten Maastricht en Utrecht.
Wereldwijd zijn wetenschappers en artsen  bezig met het zoeken naar mogelijkheden om hiv te genezen. Vrijwel elk land in de wereld heeft universiteiten, instituten en private ondernemingen die zich dag-in, dag-uit inzetten om alle details te ontrafelen die uiteindelijk zouden moeten leiden naar een wereld zonder hiv en aids.
 

 

Twee soorten onderzoek 

Er zijn twee grote richtingen in biomedisch en klinisch hiv-genezingsonderzoek. De ene richt zich op het hiv-reservoir en de andere op het immuunsysteem zelf.

Wil je meer weten over het hiv-reservoir? 

Klik hier

 

 

Deze twee soorten onderzoek overlappen elkaar voor een deel, maar voor het begrip halen we ze hier uit elkaar. De eerste soort noemen we ‘reservoir studies’, de tweede noemen we ‘immuun studies’.

Reservoir studies  

 
Reservoir studies gaan specifiek over de slapende CD4-cellen met hiv die zich verstoppen in je lichaam, het hiv-reservoir. Deze cellen zijn inactief, wat betekent dat het hiv in die cellen ook inactief is. Dat verandert als ze wakker worden. 
 
Vrij regelmatig wordt zo'n slapende CD4-cel weer wakker. Als je hiv-remmers neemt, is dat geen probleem, omdat alle andere actieve CD-4 cellen beschermd zijn. Het virus heeft dan geen kans om andere CD4-cellen te infecteren. Zolang je slapende CD4-cellen met hiv hebt, moet je dus hiv-remmers nemen. De reservoir studies proberen dit hiv-reservoir aan te pakken. 
 
Hieronder vind je meer uitleg over de verschillende resevoir studies en wat een hiv-resevoir is. 

Shock and kill  

Eén methode die onderzocht wordt, is 'shock and kill'. De gedachte is dat slapende CD4-cellen met hiv wakker geschud moeten worden, zodat ze weer actief worden. 

Block and lock 

Onderzoekers onderzoeken of ze de slapende CD4-cellen met hiv blijvend kunnen opsluiten in het hiv-reservoir.  

Grootte van het hiv-resevoir

Onderzoekers hebben uitgevonden dat er mensen zijn met grote en kleine hiv-reservoirs. 

Immuun studies  

 
Een andere tak van onderzoek houdt zich bezig met het immuunsysteem zelf. Onderzoekers weten inmiddels al veel over hoe het immuunsysteem werkt. 
 
Er wordt onderzocht hoe je immuunsysteem krachtiger en effectiever kan worden gemaakt tegen hiv. 
 
Moet er genetisch iets veranderd worden aan de CD8-cellen of aan de brede neutraliserende antilichamen (bNAbs), of moet er in het laboratorium een nieuw soort afweercel gemaakt worden die specifiek op hiv kan jagen?
 
Misschien lukt het om iets te doen met het eiwit van de CD4-cel zelf. Er zijn mensen met de CCR5-delta-32-mutatie, is die mutatie na te maken en toe te passen met een techniek als CRISPR-cas9?
 
Hieronder vind je meer uitleg over de schuingedrukte termen gebruikt in deze tekst. 
 
 
 

CRISPR-cas9 

CRISPR-gentechnologie wordt vaak uitgelegd als dat je met een schaar in DNA kan knippen. De oorspronkelijke bedenkers waren onderzoekers in Osaka, Japan, in 1987. 

bNAbs

Sinds een aantal jaar zijn de breed neutraliserende antilichamen (bNAbs) veel in de aandacht. 

CCR5-Δ-32 

Dit is  een genetische mutatie die voorkomt bij een kleine groep mensen uit Noord-Europa, vooral uit Zweden. Mensen van wie beide ouders deze mutatie hebben, zijn immuun voor hiv.